|
Hoofdstellingen:
- Het veelgehoorde standpunt dat het bestaan van non-thermische effecten van straling in het 1-10 gigahertz gebied niet wetenschappelijk is aangetoond is onhoudbaar (zie gezondheidseffecten): er bestaat consensus in de vakliteratuur dat chronische blootstelling o.a. hoofdpijn/migraine veroorzaakt.
- Een chronische blootstellings-limiet (gevelbelasting) voor de straling van zendmasten van totaal 100 microwatt/m2 is uitstekend werkbaar voor de telecom-industrie (zie veilig netwerk), en zal er vermoedelijk voor zorgen dat vrijwel niemand meer ernstige neurologische effecten (zoals hoofdpijn/migraine) hiervan zal ondervinden.
- In het licht van de beschikbare vakliteratuur is het niet toepassen van ALARA (As Low As Reasonably Achievable) op de chronische stralingsbelasting van GSM en UMTS zendmasten in strijd met de richtlijnen van de Europese Commissie van 2000, en met artikel 11 van de Nederlandse grondwet.
Nevenstellingen:
- Wanneer op dit moment het zendvermogen van alle GSM en UMTS zenders in woonwijken met een factor 10 wordt teruggebracht (zonder verdere aanpassingen aan de zenders) kunnen 99% van alle mobiele telefoongesprekken in deze wijken nog steeds zonder problemen gevoerd kunnen worden. Voor de resterende 1% van de gesprekken zal het voldoende zijn om bij een raam te gaan staan.
- Er is niet zo zeer meer onderzoek nodig of de chronische blootstelling aan straling van GSM en UMTS zendmasten hoofdpijn e.d. veroorzaakt (dit is voldoende aangetoond), maar vanaf welk stralingsniveau. Tot de resultaten van zulk onderzoek beschikbaar zijn, dienen de blootstellingsnormen gebaseerd te worden op de stralingsniveaus waarbij nu reeds een verhoogde incidentie van hoofdpijn is gerapporteerd (~100-500 microwatt/m2, Hutter et al. 2006), zo mogelijk voorzien van een veiligheidsmarge.
- De toenemende populariteit van mobiele communicatie biedt - paradoxaal genoeg - juist goede mogelijkheden om de stralingsbelasting van direct omwonenden van zendmasten te verminderen: de geografische dichtheid van zendmasten neemt toe waardoor hun bedienings gebied (en dus hun reikwijdte) kleiner kan zijn: het zendvermogen per zender kan dus lager worden afgesteld.
- Het niet betrekken van de toen reeds uitgebreid beschreven neurologische effecten van een chronische stralingsbelasting in het gigahertz frequentiegebied (bijv. Schliephake, 1932; radarstations, 40er jaren) bij de normstelling begin 90er jaren is een nalatigheid die zowel de telecom-industrie (bedrijfsethiek) als de nationale overheden is aan te rekenen.
|
|
|
|